Onderwijs in Gambia

In Gambia wonen ongeveer 1,7 miljoen mensen, van wie de helft jonger is dan 15 jaar.

Verreweg de meeste mensen wonen in de kuststreek. De grootste steden hier zijn Banjul, Serekunda en Brikama. In het onderwijs, bij de overheid en de in de rechtspraak is Engels de officiële voertaal. Ongeveer de helft van de bevolking beheerst het Engels redelijk tot goed.Gambia kent veel stammen, die allemaal hun eigen stamtaal hebben. Mandinka is hiervan de belangrijkste en is bekend bij veel mensen. Naast Mandinka is ook Wolof een stammentaal die je regelmatig hoort. Wie denkt dat de stammentalen op elkaar lijken, komt bedrogen uit. Wanneer mensen elkaar groeten in het Mandinka met goedemorgen zegt men: E saama en in het Wolof: Naka subasi. Of je nu gedag zegt in het Mandinka of Wolof, de mensen waarderen het zeer wanneer je probeert de taal te spreken.Omdat Gambia een Islamitisch land is, zijn er ook plekken waar kinderen Arabisch schrift leren. Veelal gebeurt dit na de reguliere schooldag bij een plaatselijke winkelier die het Arabisch kent. Voor een kleine vergoeding leert hij de kinderen lezen.

 

Iets meer dan de helft van de kinderen, 55%, bezoekt de basisschool. Gambia kent geen leerplicht en hoewel de overheid bijdraagt, moeten ouders zelf boeken, schriften, pennen en een schooluniform betalen. Dit is voor veel ouders te duur. Daar komt bij dat de kinderen tijdens het oogstseizoen hun ouders moeten helpen. Hierdoor volgen de meeste leerlingen niet het hele jaar onderwijs. Omdat het basisonderwijs vaak niet helemaal gevolgd is of slecht van kwaliteit was en ouders de kosten niet kunnen opbrengen, is voortgezet onderwijs voor veel kinderen niet haalbaar. De scholen waar we zijn geweest, waren van verschillend niveau. Zo hebben we een missionarisschool bezocht die geheel afhankelijk is van giften. De leerlingen hadden er geen tafeltjes en zaten op bankjes of plastic stoeltjes. Bij binnenkomst gingen ze staan om het Gambiaanse volkslied te zingen en het alfabet op te dreunen. De voorzieningen op deze school waren zeer beperkt. De grote trots van de school was het nieuwe toilethuisje met een echte toiletpot.

 

Ook hebben we een semi-private school bezocht. Ouders betalen hier ongeveer 100 euro per jaar, wat ontzettend veel geld is als je weet dat het inkomen per hoofd van de bevolking op 350 euro per jaar ligt. Op deze school zaten de kinderen in ’ouderwetse’ schoolbanken. Het regime was strak en niet luisteren leverde onmiddellijk een tik van de meester of juf op.Wat bijzonder was om te zien waren de analyses die hier werden gemaakt van de schoolresultaten. Deze hingen aan de muur bij de directrice. In vergelijking met de missionarisschool gingen hier heel wat meer kinderen naar de middelbare school.Privéonderwijs is alleen weggelegd voor de gegoede burgerij. Het was moeilijk om te zien hoe dit afsteekt tegen en in groot contrast staat met de werkelijkheid van alledag. Zo gemakkelijk als over het algemeen het bezoeken van scholen gaat, zo lastig is het om een privéschool te bezoeken. Het gaat hier veelal om scholen met kinderen van expats of ouders met een goede baan. Helaas was het maken van foto’s hier niet mogelijk.

 

Heel bijzonder om te zien waren de ‘privé’-schooltjes na de reguliere lessen. Leerkrachten geven dan in kleine klasjes extra les aan kinderen. In deze klasjes komt een aantal kinderen uit de buurt bij elkaar voor het volgen van Engels, Arabisch of andere vakken. Sommige mensen doen dit vanuit de overtuiging dat educatie de basis vormt voor de ontwikkeling van ieder individu en daarmee het land en vragen geen of slechts een kleine bijdrage.In het kustgebied vormen toerisme en visserij de grootste inkomstenbron. Een gids verdient in het hoogseizoen − van oktober tot eind april − een goede boterham. Erkend gids ben je echter niet zomaar in Gambia. Je moet daarvoor naar de universiteit en de kosten daarvan zijn niet voor iedereen op te brengen.

 

We hebben een rijschool bezocht waar een jongeman op kosten van een organisatie zijn rijbewijs mocht halen. Dit omdat er vanuit het westen een ambulance was geregeld voor het dorp, maar er niemand was die de ambulance kon besturen. Nu is het in Gambia overigens niet gezegd dat iedereen die achter het stuur zit ook een rijbewijs heeft. Door de corruptie in het land zijn er mensen die de gok wagen en bij aanhouding geld betalen om zo weer door te kunnen rijden. Het behalen van een rijbewijs is duur en voor veel Gambianen niet haalbaar. Als je het kunt betalen, is er in Gambia net als in Nederland een theorie-examen en een praktijkexamen. Het rijbewijs kan in een maand worden gehaald wanneer iemand iedere dag een uur les neemt. Dit komt neer op dertig lessen voor een bedrag van omgerekend 250 euro (bij een gemiddeld jaarloon van 350 euro).

 

Gambia het is een land van uitersten; een land met prachtige natuur en zeer vriendelijke mensen. Het wordt ook wel de smiling coast van West-Afrika genoemd. Het is een land waar je veel kunt betekenen op het gebied van onderwijs. Voor honderd euro per jaar help je een kind naar een goede school en voor tien euro help je een kind aan een uniform.

 

De waardevolste ervaring voor ons was de dag die we in een Afrikaans gezin hebben doorgebracht. Mee koken, mee naar de Arabische les en natuurlijk met elkaar eten op de grond, met de handen, uit een grote schaal. Een geweldige ervaring. De Gambiaanse keuken is zeer smaakvol, zeker wanneer je bedenkt dat het voedsel veelal in één pan op een kolenvuur wordt bereid. Wanneer je dan als dank de kinderen uitnodigt voor een dag plezier met spelen aan de kust realiseer je je dat de kleinste dingen lang niet zo vanzelfsprekend zijn als voor ons.