Onderwijs in Turkije
Het Turkse onderwijssysteem kent basisonderwijs, voortgezet onderwijs en hoger onderwijs. Hierin bestaan zowel een particuliere als een openbare variant. Het openbaar onderwijs wordt gefinancieerd door de overheid. Ouders betalen geen of een kleine bijdrage. Particuliere scholen daarentegen zijn duur en zeker niet voor iedereen toegankelijk. De kwaliteit van het onderwijs ligt op de particuliere scholen over het algemeen hoger dan op de openbare scholen. De kansen van kinderen hangen sterk af van waar ze vandaan komen.
Er is niet alleen sprake van onevenredig grote verschillen in inkomen tussen diverse sociale klassen, maar ook tussen verschillende regio’s. West-Turkije is aanzienlijk welvarender dan het oosten van het land. Inkomensniveaus en levensstandaard in Oost-Turkije steken schril af bij die van het geïndustrialiseerde noorden en westen. Het oost/west-onderscheid uit zich ook in een verschil in openbare voorzieningen. Onderwijs en gezondheidszorg in Zuidoost-Turkije hebben mede door personeelstekorten te maken met grote achterstanden ten opzichte van andere delen van Turkije.
Voorschool
Turkije kent voor kinderen tussen de drie en zes jaar voorschoolse educatie, die vergelijkbaar is met de kleuterschool. De voorschool valt niet onder het openbaar onderwijs. Omdat het privéonderwijs is en de kosten hoog liggen, maakt slechts een beperkt deel van de kinderen er gebruik van. In Nederland gaat 99% van de vierjarigen naar school. In het schooljaar 2010-2011 was dit in Turkije voor kinderen tussen 3 en 5 jaar 26%, in de leeftijd van 4-5 jaar 38% en van 5 tot 6 jaar 64% (bron: Eurydice). De Turkse overheid stimuleert met verschillende projecten de participatie van kinderen in de voorschool.
De basisschool
In 2013 heeft er een verandering plaatsgevonden in het Turkse onderwijssysteem. Het basisonderwijs bestaat sindsdien uit acht leerjaren, die geteld worden vanaf zeven jaar. Ouders hebben geen vrije keuze in de school, tenzij ze gebruikmaken van het particuliere onderwijs. In Turkije worden kinderen ingedeeld op basis van de gemeente waar je woont. De staat bepaalt.
Omdat de basisschool langer duurt is een deel van het voortgezet onderwijs vervlochten in het basisonderwijs. Iedere leerling komt op zijn/haar 13de jaar met ‘hetzelfde’ niveau van de basisschool.
Voor het basisonderwijs geldt een nationaal curriculum dat bestaat uit verplichte vakken en keuzevakken. Turkse docenten hebben, in tegenstelling tot Nederlandse leerkrachten, geen vrijheid van tekstboekkeuze. Die wordt op nationaal niveau bepaald door het ministerie van Onderwijs. Alle tekstboeken voor basisschoolleerlingen worden sinds 2004 gratis verstrekt. Kinderen hebben gemiddeld zes lessen per dag, in gemengde klassen. In groep één tot en met vijf heeft elke klas een groepsleerkracht. Na groep vijf worden de meeste lessen door vakdocenten gegeven, zoals in Nederland op het voorgezet onderwijs het geval is. Op staatsscholen gaan kinderen veelal in twee shifts naar school: van 06.00 uur tot 12.00 uur en van 12.00 uur tot 18.00 uur. Deze shifts zijn ook in Cambodja en Kroatië ingezet om het hoofd te bieden aan het tekort aan onderwijsplekken en omdat in tegenstelling tot de privéscholen met klassen van gemiddeld twintig leerlingen op de staatsscholen de klassen al snel uit veertig kinderen bestaan.
Middelbaar onderwijs
Op je veertiende ga je naar de middelbare school (Ortaöğretim). Deze school duurt vier jaar.
De middelbare school kent zes profielen: fen bilimleri (natuurwetenschappen), Türkçe- matematik (Turks-wiskunde), yabançi dil (vreemde taal), sosyal bilimler (sociale wetenschappen), sanat (kunst) en spor (sport). Aan het einde van het voortgezet onderwijs wordt het Lise Diplomasi verleend, dat recht geeft op deelname aan de universitaire toelatingsexamens.
Leerlingen kunnen al naar gelang hun interesse zelf het profiel kiezen. In vergelijking met het Nederlandse onderwijssysteem staat het afronden van de middelbare school gelijk aan het mbo. Dat maakt het anders dan het Nederlandse systeem, waar het voortgezet onderwijs is ingericht op niveau in plaats van op thema.
Ondanks onderwijsvernieuwingen bestaan er nog grote regionale verschillen in Turkije. Zeker in de armere gebieden verlaten veel kinderen met vijftien jaar het onderwijs omdat ze vanaf deze leeftijd mogen werken.
HBO en WO
Als je na het volgen van een Turkse middelbare school hoger onderwijs wilt gaan volgen, is een examen van de middelbare school alleen niet voldoende. Het hebben van een middelbareschooldiploma is wel een vereiste, maar moet nog aangevuld worden met twee examens, Yükseköğretime Giriş Sinavı en Lisans Yerleştirme Sinavı. Het Yükseköğretime Giriş Sinavı is een landelijk toelatingsexamen voor hoger onderwijs en het Lisans Yerleştirme Sinavı is een bachelor plaatsingsexamen. Het is nodig om je goed voor te bereiden op deze examens, omdat het niveau veel hoger ligt dan de lesstof die je hebt gekregen op de middelbare school. Dit toelatingsexamen legt de lat hoog voor aanstormende studenten. Niet meer dan 40% van de jaarlijkse 1,6 miljoen deelnemende kandidaten stroomt daarna door naar het hoger onderwijs.
Het hoger onderwijs in Turkije bestaat uit drie soorten onderwijs: universiteiten, hogere technologie-instituten en beroepshogescholen. In Turkije vallen in principe alle soorten hoger onderwijs onder de noemer universiteit, iets wat heel anders is in Nederland. Een bacheloropleiding duurt in Turkije vier jaar en een masteropleiding duurt nog minimaal twee jaar langer. Dat betekent dus dat je over het algemeen veel langer studeert dan in Nederland. Turkije heeft in totaal 165 universiteiten, waarvan 103 staatsuniversiteiten. De resterende 62 zijn particuliere universiteiten, die alleen toegankelijk zijn voor voor de elite.
Speciaal onderwijs
Turkije kent speciaal onderwijs waar de laatste jaren meer geld in is gestoken. Er bestaan scholen en instituten voor onderwijs aan kinderen met een speciale onderwijsbehoefte. Er is een zekere mate van inclusie, wat betekent dat kinderen met een ‘lichte’ handicap, zoals ze het hier noemen (bijvoorbeeld ADHD en leerproblemen) onderwijs krijgen in een 1-op-1-situatie. Een extra leerkracht oefent dan vooral de basisvakken met de leerlingen. Kinderen met een ’middelzware’ tot ’zware’ handicap gaan naar speciale scholen. Getalsmatig heeft Turkije ten opzichte van Europa veel kinderen met een middelzware tot zware handicap. Het gaat om ongeveer 4% van de kinderen. Navraag leerde dat dit hoge percentage met name wordt veroorzaakt door de beperkte medische kennis van ouders wanneer kinderen ziek worden en bijvoorbeeld hoge koorts krijgen of direct na de geboorte koorts krijgen. De scholen die we bezochten spelen dan ook een belangrijke rol in de educatie van ouders. Voorlichting, maar ook lees- en schrijflessen vormen belangrijke activiteiten na schooltijd. Daarnaast zijn er verschillende ateliers waar kinderen bijvoorbeeld leren handwerken of productiewerk verrichten. Bijzonder is dat de scholen voor speciaal onderwijs lessen verzorgen voor kinderen van zeven tot tweeëntwintig jaar. Het is moeilijk om jongere kinderen naar school te laten komen vanwege het taboe dat er rust op dit onderwijs. De klassen zijn opvallend klein. Groepen van acht kinderen met twee leerkrachten zijn heel normaal. Het systeem met onderwijsassistenten kent Turkije wel, maar er is een voorkeur voor leerkrachten die een universitaire opleiding hebben genoten. In de ateliers leren de kinderen/jongeren dingen die hen kunnen toeleiden naar werk. Ook probeert men sociale werkplaatsen van de grond te krijgen. De overheid heeft regels voor het in dienst nemen van mensen met een handicap. Hiermee wordt inclusie gestimuleerd. Ook zijn er regelmatig uitwisselingen tussen leerlingen uit het speciaal- en regulier onderwijs. Zo maken ze kennis met elkaar en leren ze elkaar respecteren.